Compensatie transitievergoeding zieke werknemers
Iedere werknemer met een arbeidsovereenkomst die onvrijwillig geconfronteerd wordt met een beëindiging van het dienstverband, heeft aanspraak op een transitievergoeding. Ook werknemers die na twee jaar ziekte ontslagen worden, hebben aanspraak op een transitievergoeding als zij aan de voorwaarden voldoen. Sinds 1 april 2020 kunnen werkgevers die een transitievergoeding betalen aan de werknemer bij ontslag aan de langdurig zieke werknemer een compensatie ontvangen. Dit betekent dat de zieke werknemer het recht op een transitievergoeding houdt en dat de werkgever een compensatie in de kosten ontvangt.
Aanspraak op de compensatieregeling
Het dienstverband moet eindigen door opzegging door de werkgever met toestemming van UWV of door het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. Uit de vaststellingsovereenkomst moet wel duidelijk te blijken dat de langdurige ziekte van de werknemer de reden is voor het ontslag.
Hoogte van de compensatie
Het bedrag dat aan compensatie wordt betaald aan de werkgever kan nooit hoger zijn dan de aanspraak op transitievergoeding van de werknemer.
De regeling kent de volgende bepalingen bij het vaststellen van de compensatie:
- De compensatie is niet hoger dan de transitievergoeding zoals die geldt op het moment dat de werknemer 104 weken arbeidsongeschiktheid is. Er wordt dus niet meer gecompenseerd dan het bedrag aan transitievergoeding waarop de zieke werknemer recht heeft op het moment dat hij twee jaar ziek is;
- Heeft UWV een loonsanctie opgelegd aan de werkgever en heeft de werknemer op grond daarvan recht op een hogere transitievergoeding, dan wordt het gedeelte van de loonsanctie niet meegenomen in de berekening van de hoogte van de compensatie;
- Betaalt de werkgever op grond van de cao een derde ziektejaar aan de werknemer, dan wordt het derde ziektejaar niet meegenomen in de berekening van de hoogte van de compensatie;
- Heeft de werknemer een ‘slapend dienstverband’, waardoor de transitievergoeding bij beëindiging hoger wordt, dan is de compensatie niet hoger dan de transitievergoeding zoals die gold op het moment dat de werknemer 104 weken arbeidsongeschiktheid was;
- Heeft de werkgever voor de werknemer transitie- of inzetbaarheidskosten gemaakt die in mindering komen op de transitievergoeding, dan kunnen deze kosten bij de betaalde transitievergoeding worden opgeteld. Deze kosten komen ook voor compensatie in aanmerking.
Aanvraag compensatie
Het UWV beslist over de aanvraag voor compensatie. Het recht op compensatie vervalt als de aanvraag later dan zes maanden na betaling van de transitievergoeding is ingediend. Compensatie wordt verstrekt door het UWV. De compensatie komt uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf), dit heeft wel een verhoging van de uniforme Awf-premie tot gevolg.
Wetsvoorstel wijziging transitievergoeding
Op dit moment is er een wetsvoorstel in voorbereiding waarbij de compensatieregeling voor werkgevers met 25 of meer werknemers wordt afgeschaft. Volgens de huidige planning zouden deze werkgevers vanaf 1 juli 2026 geen recht meer hebben op deze compensatie. Dit betekent dat alleen werkgevers met minder dan 25 werknemers na deze datum nog in aanmerking komen voor compensatie.
Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in het vierde kwartaal van 2025 aan de Tweede Kamer aangeboden. Er is nog geen duidelijkheid over eventuele overgangsregelingen voor bestaande ziektegevallen. Als er geen overgangsrecht komt, betekent dit dat voor werknemers die na 1 juli 2024 arbeidsongeschikt zijn gemeld en op of na 1 juli 2026 uit dienst treden met recht op een transitievergoeding, de werkgever geen compensatie meer zal ontvangen.
Advies nodig?
Bel ons: 079-3631919 of stuur een mail. Wij helpen u graag.