Woningsluiting

Indien de openbare orde wordt verstoord door ernstige overlast vanuit of in de onmiddellijke nabijheid van een woning kan de burgemeester onder bepaalde omstandigheden besluiten deze woning te sluiten. Dit is mogelijk op basis van artikel 174a van de Gemeentewet. Aangezien de sluiting van een woning een ernstige inbreuk vormt op het recht op privacy en het huisrecht van de bewoners moet dit besluit zeer zorgvuldig worden gemotiveerd.

Woningsluiting

Er zijn drie situaties waarin een burgemeester kan overgaan tot sluiting van een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf.

Allereerst kan de burgemeester overgaan tot sluiting
indien de openbare orde ernstig wordt verstoord door gedragingen in of op die locaties. Bij verstoring van de openbare orde moet worden gedacht aan regelmatige en langdurige overlast die een ernstige aantasting vormt van de veiligheid en gezondheid van mensen in de directe omgeving van de woning. Het moet gaan om overlast die wat betreft risico’s voor de omgeving te vergelijken is met drugsoverlast. Hierbij kan gedacht worden aan overlast door wapenhandel of prostitutie. Als het echter daadwerkelijk om drugsoverlast gaat, moet de burgemeester de bevoegdheid van artikel 13b van de Opiumwet gebruiken.

Ten tweede kan de burgemeester overgaan tot sluiting indien de openbare orde ernstig wordt verstoord door ernstig geweld of bedreiging daarmee in of in de onmiddellijke nabijheid van een woning, lokaal of erf. Bij ernstig geweld of bedreiging daarmee kan worden gedacht aan wapengeweld, geweld door brandstichting en geweld met explosieven of zwaar vuurwerk. Het is niet noodzakelijk dat het geweld gevolgen heeft gehad; ook als er niemand gewond is geraakt, kan dus worden besloten tot sluiting. Deze bevoegdheid verschilt in zoverre van de eerste bevoegdheid dat ook tot sluiting kan worden overgegaan als het ernstig geweld of de bedreiging niet in de woning, maar in de onmiddellijke nabijheid daarvan plaatsvindt. Er moet in dat geval wel sprake zijn van een connectie tussen het geweld en de woning. Ook kan in dit geval tot sluiting worden overgegaan als het geweld of de bedreiging de enige problematiek is, terwijl er bij de eerste bevoegdheid sprake moet zijn van regelmatige of langdurige overlast.

Ten derde kan de burgemeester overgaan tot sluiting indien de openbare orde ernstig wordt verstoord doordat een wapen is aangetroffen in de woning, het lokaal of op het erf. Het moet dan gaan om een wapen uit de lijst in artikel 2 van de Wet wapens en munitie, zoals messen en vuurwapens. Vuurwerk is in beginsel geen wapen, maar kan als zodanig worden aangemerkt als het bestemd is om personen of zaken te treffen. Het wapen moet zijn aangetroffen in de woning, dus het is niet voldoende als het wapen enkel in de buurt van de woning is gevonden. Het aantreffen van een wapen leidt niet automatisch tot een ernstige verstoring, ook niet als het een zwaar wapen betreft. De aanwezigheid van het wapen moet daadwerkelijk leiden tot een ernstige verstoring van de openbare orde, dus het wapen moet bijvoorbeeld onveiligheid en/of angst veroorzaken in de nabije omgeving. Uiteraard zal een zwaarder wapen hier wel sneller toe leiden. Het wapen hoeft niet daadwerkelijk gebruikt te zijn om tot sluiting te kunnen overgaan.

Voorafgaand aan een sluiting moet de burgemeester belanghebbenden een waarschuwing geven en een termijn gunnen om de verstoring van de openbare orde te beëindigen en sluiting te voorkomen. Dit kan enkel achterwege worden gelaten in het geval van spoedeisendheid.

De burgemeester bepaalt zelf de duur van de sluiting. Daarbij moet goed worden gemotiveerd waarom openstelling van de woning gedurende deze periode een daadwerkelijke bedreiging vormt voor de openbare orde. Verlenging van de sluitingsduur is mogelijk in geval van ernstige vrees voor herhaling of het ontstaan van verstoring van de openbare orde. 

Preventieve woningsluiting

Het is ook mogelijk voor de burgemeester om een woning, niet voor het publiek toegankelijk pand of erf preventief te sluiten, indien sprake is van ernstige vrees voor herhaling van verstoring van de openbare orde. Deze ernstige vrees is alleen gerechtvaardigd als het gedrag van de eigenaar of bewoner al eerder heeft geleid tot sluiting van een andere woning, pand of erf op grond van de eerste sluitingsbevoegdheid. Er moeten aanwijzingen zijn dat het gedrag dat toen tot de sluiting leidde zich weer zal voordoen. De rechter stelt zeer hoge eisen aan de preventieve woningsluiting, met name waar het de proportionaliteit betreft. In de praktijk wordt het middel van de preventieve woningsluiting dan ook amper ingezet. 

Rechterlijke toetsing van een woningsluiting

Het is mogelijk voor betrokkene(n) om in bezwaar en beroep te gaan tegen het besluit van de burgemeester om een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of bijbehorend erf te sluiten. Omdat een woningsluiting een ernstige inbreuk vormt op de grondrechten van de bewoners toetst de bestuursrechter dit besluit relatief indringend. Een besluit tot woningsluiting moet dus een zeer goede motivering bevatten, waarin de proportionaliteit en subsidiariteit van de woningsluiting uitgebreid aan bod komen. 

Vragen of hulp nodig?

Twijfelt u of u gebruik moet maken van de bevoegdheid om een woning te sluiten? Wilt u weten of uw besluit voldoet aan alle juridische eisen, zoals proportionaliteit en subsidiariteit? Of wilt u weten welke andere opties er bestaan om overlast vanuit een woning aan te pakken? De advocaten en adviseurs van Vijverberg kunnen u op zeer korte termijn van advies voorzien, juridische bijstand verlenen bij het opstellen van een besluit of hulp bieden in bezwaar en beroep. Bel (079 - 3631919) of mail onze specialisten. 

Advies nodig?

Bel ons: 079-3631919 of stuur een mail. Wij helpen u graag.

Ontvang ons cursusaanbod

Volg ons op social media

Ontvang onze publicaties

Volg ons op social media