Geschreven door: mr. Arjo Buurma
Op 26 april 2022 doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) uitspraak in een zaak waarbij de afhandeling van een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) centraal staat (ECLI:NL:RVS:2022:1223). De uitspraak gaat in op de omvang van het Wob-verzoek en geeft een oordeel over de wijze waarop het bestuursorgaan heeft gezocht naar de documenten die onder het verzoek vallen. De Afdeling geeft ook een oordeel over de vraag of informatie al dan niet voor openbaarmaking in aanmerking komt, omdat dit de economische en financiële belangen van de overheid kan schaden.
De casus
Een inwoner dient bij de gemeente Alphen aan de Rijn een verzoek op grond van de Wob in. Hij vraagt om openbaarmaking van informatie uit de jaren 2017-2019 over de bouw van een multifunctionele accommodatie. Tegen het besluit op het Wob-verzoek (gedeeltelijke afwijzing) maakt de inwoner bezwaar. Tijdens deze bezwaarprocedure worden nog enkele stukken toegevoegd aan de openbaar te maken documenten. In de openbaar te maken stukken is informatie onleesbaar gemaakt, omdat het economische en financiële belang van de gemeente zwaarder zou wegen dan het belang van het openbaar zijn van deze informatie. De inwoner is het daar niet mee eens. Hij voert in beroep bij de rechtbank en in hoger beroep bij de Afdeling verschillende gronden aan waarom zijns inziens de beslissing op bezwaar en de uitspraak van de rechtbank geen stand kunnen houden.
Omvang van het Wob-verzoek en de zoekslag naar documenten
Volgens de inwoner heeft de gemeente zijn Wob-verzoek te beperkt opgevat. Daardoor heeft hij niet kunnen beoordelen of het college aan de onderzoeksplicht heeft voldaan en of alle informatie over de multifunctionele accommodatie openbaar is gemaakt. Omdat de inwoner in het verzoek 18 punten heeft aangedragen en medegedeeld dat de gemeente zich kan beperken tot deze 18 punten, deelt de Afdeling de mening van de inwoner niet. Het college heeft zich terecht beperkt tot de 18 punten en daarover is in bezwaar en beroep ook niet geklaagd.
Met de inwoner is de Afdeling echter wel van oordeel dat de gemeente onvoldoende heeft kunnen uitleggen hoe naar alle relevante documenten is gezocht. Pas op de zitting heeft de gemeente aangegeven dat er aan de hand van zoektermen is gezocht. Nadere informatie over de wijze waarop dat onderzoek heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld door aan te geven welke zoektermen concreet zijn gebruikt, heeft de gemeente niet kunnen geven. Daarmee is onvoldoende gemotiveerd hoe de zoekslag is uitgevoerd. Daarbij overweegt de Afdeling dat ook eventuele informatie die is opgenomen in de agenda’s onder het bereik van het Wob-verzoek valt en dat het college daarover ten onrechte geen beslissing heeft genomen. Het hoger beroep wordt op dit onderdeel gegrond verklaard. De gemeente moet opnieuw op het bezwaar beslissen met inachtneming van het oordeel van de Afdeling op dit onderdeel.
Economische en financiële belangen van de gemeente
De gemeente heeft in de documenten de bedragen van bouw- en grondprijzen die zijn gemoeid met de multifunctionele accommodatie, onleesbaar gemaakt. De Afdeling oordeelt dat dit terecht is. Zij overweegt daartoe dat voor zover uit de bedragen grond- en bouwprijzen zijn af te leiden, het economische dan wel financiële belang van de gemeente zwaarder weegt dan het belang bij openbaarmaking van die bedragen. Het openbaar maken van de waardering door de gemeente van grond- en bouwprijzen kan de gemeente in een zwakkere onderhandelingspositie brengen ten opzichte van marktpartijen. Informatie over grondtransacties en de aanbesteding van publieke werken is zeer marktgevoelig. De gemeente zou bij openbaarmaking van die informatie economisch nadelige gevolgen ondervinden als in vervolgtrajecten vergelijkbare aanbestedingen in de markt worden gezet. Ook geldt dat er voor de multifunctionele accommodatie nog te realiseren onderdelen zijn. Openbaarmaking zou naar het oordeel van de Afdeling een ongewenst inzicht geven in de huishouding van het project en de onderhandeling over de nog te realiseren onderdelen bemoeilijken. Dit zou ook tot vertragingsschade kunnen leiden.
Conclusie
Bij het behandelen van een Wob-verzoek is de inhoud van dat verzoek leidend. Het bestuursorgaan kan om een nadere specificatie vragen als het verzoek te ruim is gesteld. Bij het verzamelen van de documenten die onder het verzoek vallen, moet het bestuursorgaan goed kunnen uitleggen hoe zij de zoekslag naar documenten heeft uitgevoerd. Het bestuursorgaan moet helder kunnen aangeven welke zoektermen zij heeft gehanteerd en in welke bestanden is gezocht. Daar vallen ook agenda’s onder.
Als in de documenten informatie is opgenomen die het bestuursorgaan in een zwakkere onderhandelingspositie brengt, omdat daarmee inzicht wordt gegeven in de waardering door het bestuursorgaan van grond- en bouwprijzen, mag die informatie onleesbaar worden gemaakt. Dat geldt ook als de onderhandelingen zijn afgerond, maar openbaarmaking van deze informatie een ongewenst inzicht geeft in de huishouding van het project en toekomstige onderhandelingen over nog te realiseren onderdelen kan belemmeren.
Let op! Per 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) van kracht. Omdat er geen overgangsrecht in die wet staat moeten vanaf die datum alle beslissingen (zowel in eerste aanleg als in bezwaar) genomen worden volgens de regels van de Wet open overheid.