Van vitaal belang: verwerken persoonsgegevens
Geschreven door: mr. Arjo Buurma
Artikel 6 van de Algemene verordening gegevensverwerking (AVG) kent zes gronden waarop persoonsgegevens mogen worden verwerkt. Het eerste lid onder d van dit artikel bepaalt dat persoonsgegevens rechtmatig mogen worden verwerkt als dat noodzakelijk is ter bescherming van vitale belangen van de betrokkene of andere personen. Maar wat is een vitaal belang? Volgens de toelichting op de AVG (overweging 46) gaat het om een ‘belang voor het leven’ van de betrokkene of een andere natuurlijke persoon. Daarbij wordt vooral gedacht aan situaties waarbij iemand slachtoffer is van een ongeval. Als die persoon gewond en bewusteloos in een ziekenhuis wordt binnengebracht en niet in staat is om zijn toestemming te geven, mogen diens persoonlijke gegevens worden verwerkt met het oog op de medische behandeling.
Op 19 maart 2024 deed het Gerechtshof Den Haag uitspraak in een zaak waarbij de vraag centraal stond of gezinnen met minderjarige kinderen in geval van wanbetaling door het waterbedrijf mogen worden afgesloten van drinkwater. Het Gerechtshof oordeelt dat water een primaire levensbehoefte is en dat vooral kinderen een zwaarwegend belang hebben bij water, zowel voor hun fysieke en mentale gezondheid als voor een normaal gezinsleven en sociaal leven.
Recht op water is een fundamenteel grondrecht
In de uitspraak overweegt het Gerechtshof dat het recht op toegang tot water een fundamenteel recht is. De huidige Drinkwaterwet laat de mogelijkheid open dat gezinnen met kinderen wegens wanbetaling worden afgesloten van drinkwater. Het Gerechtshof overweegt dat kinderen daardoor in een situatie kunnen komen waarin zij geen toegang hebben tot voldoende water. De Nederlandse Staat en de twee drinkwaterbedrijven die in deze procedure zijn betrokken handelen volgens het Gerechtshof onrechtmatig, omdat zij niet alles doen om te voorkomen dat minderjarige kinderen onvoldoende toegang hebben tot drinkwater.
Raadplegen van persoonsgegevens op grond van de AVG
De drinkwaterbedrijven voeren ter verweer aan dat zij niet kunnen weten of sprake is van één of meer minderjarige kinderen binnen een gezin dat de rekening niet betaalt. Daartoe verwijzen de drinkwaterbedrijven naar de AVG. Zij stellen dat het niet is toegestaan om voorafgaand aan een afsluiting gegevens te verzamelen om te kunnen vaststellen of er minderjarige kinderen op het adres aanwezig zijn. Daarvoor zou een verwerkingsgrondslag in de AVG ontbreken.
Het Gerechtshof is het niet eens met de drinkwaterbedrijven en verwijst daarvoor naar artikel 6, eerste lid onder d AVG. Omdat het belang van minderjarige kinderen bij voldoende drinkwater fundamenteel en zeer zwaarwegend is, overweegt het Gerechtshof dat dit belang moet worden aangemerkt als een vitaal belang als bedoeld in dit artikel. Het Gerechtshof betrekt artikel 3, eerste lid van het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) daarbij. Daarin staat dat bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, de belangen van het kind de eerste overweging vormen. Dit artikel geeft in samenhang met artikel 6, eerste lid onder d AVG aan de drinkwaterbedrijven de opdracht om de belangen van kinderen een eerste overweging te laten zijn. En dat is naar het oordeel van het Gerechtshof voldoende grondslag voor de drinkwaterbedrijven om in geval van wanbetaling actief na te gaan en te registreren of sprake is van één of meer minderjarige kinderen op het desbetreffende adres.
Betekenis voor de praktijk
Drinkwaterbedrijven en ook de waterschappen die daarmee samenwerken dienen zich te realiseren dat het afsluiten van de drinkwatervoorziening een zeer ingrijpende maatregel is die een inbreuk maakt op een fundamenteel recht. Als een afsluiting wegens wanbetaling wordt overwogen, is het raadplegen van persoonsgegevens om te achterhalen of er minderjarige kinderen op het adres wonen gerechtvaardigd in verband met de bescherming van de vitale belangen van die kinderen. Er wordt in dat geval dus geen onrechtmatige inbreuk op de privacy gemaakt. Het drinkwaterbedrijf dient na te gaan welke andere, voor kinderen minder ingrijpende manieren, te bedenken zijn om een prikkel tot betaling af te geven. Kinderen mogen qua watervoorziening niet onder het minimumniveau van de Wereld Gezondheidsorganisatie terecht kunnen komen. Van de Nederlandse Staat, van de drinkwaterbedrijven en van de waterschappen die daarmee op het gebied van drinkwatervoorziening samenwerken, mag een uiterste inspanning worden gevergd om dat te voorkomen. Het raadplegen van persoonsgegevens als bedoeld in de AVG is daarvoor een rechtmatige handeling als dat in verband met de bescherming van de vitale belangen van de minderjarige kinderen noodzakelijk is.
Lees hier de volledige uitspraak.
Ondersteuning door Vijverberg
Vijverberg Advocaten & Adviseurs is specialist op het gebied van privacy. Wij beschikken over specialisten op het gebied van privacy en openbaarheid van bestuur.
Wij geven cursussen over de privacywetgeving, zowel via open inschrijving als in-company, en adviseren ook regelmatig over dit onderwerp.
Bekijk hier ons volledige opleidingsaanbod.