Je bent gewaarschuwd!

Ambtenarenrecht

Een ambtenaar maakt zich naar het oordeel van de werkgever schuldig aan plichtsverzuim. Hem wordt echter geen disciplinaire straf opgelegd. De ambtenaar maakt (toch) bezwaar. Het bezwaar wordt niet ontvankelijk verklaard omdat geen sprake is van een besluit waarbij het belang van de ambtenaar rechtstreeks is betrokken. Deze redenering lag in de lijn van de toen geldende jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep. De Raad oordeelt thans, in de hieronder besproken zaak, echter anders!
(Centrale Raad van Beroep 17 maart 2005, LJN: AT3554)

De jurisprudentie tot voor kort

In 1995 heeft de Centrale Raad van Beroep in een vergelijkbare zaak uitspraak gedaan. Ook dit ging om een brief waarin werd aangegeven dat en waarom de ambtenaar zich schuldig had gemaakt aan plichtsverzuim. Daaraan werd toegevoegd dat geen disciplinaire straf werd opgelegd maar dat de brief wel in het persoonsdossier zou worden opgeslagen.

De Raad was van oordeel dat “een reactie als onderhavige op het gedrag van een ambtenaar dat naar het oordeel van de leidinggevenden niet aanvaardbaar is, moet worden gerekend tot de normale in een organisatorisch verband soms benodigde sturingsmiddelen waarvan de leiding zich kan bedienen.” Van enig ingrijpen in de rechtspositie is met die reactie geen sprake en daarmee ook niet beoogd. De omstandigheid dat de brief in het persoonsdossier is opgeslagen, maakt dit niet anders, aldus de Raad.
(Centrale Raad van Beroep 9 maart 1995, TAR 1995/124)

Deze redenering lijkt logisch. Er is slechts sprake van een rechtsoordeel, luidend: ik vind dat sprake is van plichtsverzuim. Er lijkt geen sprake van enig rechtsgevolg voor de ambtenaar.

Kortom: de ambtenaar kon bij deze stand van zaken in de jurisprudentie geen bezwaar maken tegen de vaststelling dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim, zonder dat hem voor dat plichtsverzuim een straf was opgelegd.

De Raad “gaat om”

De Raad heeft dit standpunt (tien jaar later) dus losgelaten en komt nu tot een geheel andere conclusie. Hij overweegt dat in de rechtspositieregeling met zoveel woorden is bepaald dat aan het zich schuldig maken aan plichtsverzuim het bijzondere rechtsgevolg verbonden kan worden van disciplinaire bestraffing. Daarom is sprake van een publiekrechtelijke rechtshandeling (met rechtsgevolg). Het rechtspositionele belang van de ambtenaar is rechtstreeks betrokken bij de (schriftelijke vastlegging van) de vaststelling dat sprake is van plichtsverzuim. De omstandigheid dat geen straf is opgelegd maakt dat niet anders, aldus de Raad.

Het is niet duidelijk waarom de Raad nu tot een volledig andere conclusie komt. Er is geen relevant verschil tussen de ene en de andere zaak. Het verschil kan ook niet voortvloeien uit het enkele feit dat in de eerdere uitspraak de Awb nog niet van toepassing was. De conclusie moet dan ook zijn dat de Raad is “omgegaan”.

Afkeurende berichten

Het is af en toe nodig een medewerker die zich niet goed gedraagt of disfunctioneert daarop (schriftelijk) aan te spreken, zonder daarbij direct plichtsverzuim te constateren. Volgens vaste jurisprudentie kan tegen het hanteren van een dergelijk sturingsmiddel geen bezwaar worden gemaakt. Doet de ambtenaar dit toch, dan is het bezwaar niet ontvankelijk.

In aansluiting hierop concludeert de Raad in zijn hiervoor besproken uitspraak dat de vaststelling dat een ambtenaar zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim dus “verder gaat dan het hanteren van een normaal sturingsmiddel in de interne verhoudingen”.

Een laatste waarschuwing

En als bij een afkeurend bericht een allerlaatste waarschuwing wordt gegeven? Kun je dan wel bezwaar maken?

De Raad gaat in zijn uitspraak terloops ook in op deze vraag en overweegt dat een ambtenaar geen bezwaar kan maken tegen een afkeurend bericht, ook als daaraan “al dan niet een laatste waarschuwing wordt verbonden of als mededeling wordt gedaan dat een afschrift zal worden opgeborgen in een personeelsdossier”.

Wat bedoelt de Raad hier met een “laatste waarschuwing”?

Stél de werkgever stuurt een brief met de volgende strekking: “Uw gedrag is onacceptabel. Indien u dit gedrag herhaalt, zal een rechtspositionele maatregel niet achterwege blijven”.

Is een dergelijke (voorwaardelijk geformuleerde) waarschuwing een “laatste waarschuwing” waar een ambtenaar geen bezwaar tegen kan maken? Als dat zo is, kan gezegd worden dat de Raad ook op dit punt afstand neemt van eerdere jurisprudentie. In 2003 heeft de Raad namelijk een vergelijkbare voorwaardelijk geformuleerde waarschuwing nog wél als een besluit aangemerkt waartegen bezwaar gemaakt kan worden (Centrale Raad van Beroep 4 december 2003, LJN: AO0404). De uitspraak van de Raad is op het punt van de “allerlaatste waarschuwing” helaas te weinig concreet geformuleerd om definitieve conclusies te trekken.

Conclusie en tips

Een ambtenaar maakt zich schuldig aan plichtsverzuim, maar besloten wordt om geen straf op te leggen. Wat zijn de mogelijkheden?

Als de ambtenaar een brief ontvangt waarin medegedeeld wordt dat zijn gedrag plichtsverzuim oplevert, kan hij daartegen bezwaar maken. Verpak je de boodschap anders, namelijk in een afkeurend bericht (een gewone waarschuwing zonder dat expliciet plichtsverzuim wordt vastgesteld), dan gaat het om een “gewoon sturingsmiddel” en kan de ambtenaar daartegen niet in bezwaar. Onduidelijk is of dat ook het geval is als de waarschuwing een voorwaardelijk karakter heeft.

Ontvang onze publicaties

Ontvang ons cursusaanbod

Volg ons op social media

Gerelateerde publicaties

Eerdere publicaties

Ambtenarenrecht
Ambtenarenrecht
Ambtenarenrecht

Latere publicaties

Ambtenarenrecht
Ambtenarenrecht
Ambtenarenrecht