Op 21 november 2019 zijn de beleidsregels inzake de toepassing van de Wet normering topinkomens met ingang van 1 januari 2020 in de Staatscourant gepubliceerd. Deze beleidsregels vormen een (nadere) uitleg van de algemene regelgeving inzake de normering van de bezoldiging van topfunctionarissen in de (semi)publieke sector en bevatten daarnaast concrete toepassingsregels.
Dit zijn de belangrijkste wijzigingen – ten opzichte van de Beleidsregels 2019:
- Verduidelijkt wordt onder welke voorwaarden de bezoldiging van een functionaris, die niet langer een topfunctie vervult, alsnog als topfunctionaris wordt genormeerd op basis van de WNT.
- Toegelicht wordt hoe de WNT-bezoldiging moet worden berekend indien sprake is van een combinatie van bezoldiging als topfunctionaris, bezoldiging voor nevenwerkzaamheden binnen een WNT-instelling en bezoldiging voor werkzaamheden bij gelieerde rechtspersonen.
- Er is een nieuw artikel toegevoegd (artikel 7a), waarin wordt verduidelijkt welke norm van toepassing is bij berekening van de bezoldiging van topfunctionarissen zonder dienstbetrekking.
- Verduidelijkt wordt dat voor de bepaling van de deeltijdfactor voor een topfunctionaris zonder dienstbetrekking, als de deeltijdfactor niet is vastgesteld, het aantal productieve uren afgezet kan worden tegen het aantal productieve uren zoals wordt vastgesteld in de Handleiding Overheidstarieven (HOT) van het betreffende jaar.
- Aan de hand van vragen en antwoorden wordt verduidelijkt hoe wordt omgegaan met de afkoop van niet-opgenomen vakantiedagen bij beëindiging van het dienstverband.