Overlast klanten coffeeshop levert geen ernstig gevaar van de openbare orde op

Bestuursrecht

Geschreven door: mr. Jeffrey van Doorn

Bij een ernstig gevaar voor de openbare orde kan de burgemeester een pand sluiten. Die bevoegdheid staat vaak in de Algemene plaatselijke verordening (Apv) van de gemeente. De eigenaar van het pand kan na verloop van tijd verzoeken om het pand weer te (mogen) heropenen. Ook bij de beoordeling van dat verzoek dient de burgemeester na te gaan of het heropenen van het pand een ernstig gevaar voor de openbare orde zou opleveren. In de uitspraak van 18 januari 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:177) biedt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aanknopingspunten over hoe om te gaan met zo’n verzoek.

Het eerste besluit tot sluiting door vuurwerkincident terecht

In september 2018 vonden 2 grote explosies plaats ter hoogte van een coffeeshop in de gemeente Amsterdam. Het bleek te gaan om een vuurwerkmortier. Dit behoort tot de zwaarste categorie vuurwerk en mag enkel door professionals gebruikt worden. De burgemeester heeft volgens de Afdeling er terecht op gewezen dat het vuurwerkincident een ernstig gevaar voor de openbare orde opleverde, omdat de coffeeshop midden in een woonwijk ligt en het vuurwerkincident de veiligheid van de bewoners en voorbijgangers ernstig in gevaar heeft gebracht. De burgemeester was daarom bevoegd om de coffeeshop direct voor onbepaalde tijd te sluiten.

Naast de sluiting voor onbepaalde tijd op grond van artikel 2.10, eerste lid, aanhef en onder e, van de Apv heeft de burgemeester in maart 2019 besloten tot intrekking van de exploitatievergunning, intrekking van de gedoogverklaring voor het verkopen van softdrugs en het schrappen van het adres van de coffeeshop van de gedooglijst.

Afwijzing van het heropeningsverzoek

Na 7 maanden gesloten te zijn geweest, verzoekt de eigenaar de burgemeester om het pand te (mogen) heropenen. De burgemeester wijst het verzoek af omdat het volgens haar om een ernstig incident gaat. Bovendien blijkt uit een politierapportage dat er vóór het incident al problemen met de openbare orde waren ter plekke doordat bezoekers van de coffeeshop voor overlast zorgden, omwonenden zich onveilig voelden en er (vermoedelijk) werd gehandeld in harddrugs.

In de Apv van Amsterdam staat dat de burgemeester het sluitingsbevel moet intrekken als er naar zijn oordeel niet langer een ‘ernstig gevaar voor de openbare orde’ is. De Afdeling komt tot het oordeel dat de burgemeester met de door haar gegeven motivering het verzoek om heropening niet heeft mogen afwijzen. De burgemeester heeft onvoldoende gemotiveerd welke feiten en omstandigheden de vrees wettigden dat ook het heropenen van de coffeeshop een ernstig gevaar voor de openbare orde zou opleveren. Anders dan de rechtbank heeft overwogen, zijn er volgens de Afdeling onvoldoende aanwijzingen dat er een relatie is tussen het vuurwerkincident en de coffeeshop. Bovendien is de burgemeester ten onrechte niet ingegaan op de door de eigenaar in de bezwaarprocedure voorgestelde maatregelen.

Geen sprake van ernstig gevaar van de openbare orde door overlast van klanten coffeeshop

Vanwege de onlosmakelijke samenhang met het intrekken van de gedoogverklaring, het schrappen van het adres van de gedooglijst en het intrekken van de exploitatievergunning, geeft de Afdeling ook een oordeel over deze besluiten.

Omdat er onvoldoende aanwijzingen zijn voor een relatie tussen het vuurwerkincident en de coffeeshop, oordeelt de Afdeling dat niet kan worden vastgesteld dat het vuurwerkincident aan de eigenaar van de coffeeshop kan worden verweten. Daarom kan het vuurwerkincident niet ten grondslag worden gelegd aan het intrekken van de exploitatievergunning, de gedoogverklaring en het schrappen van het adres van de gedooglijst.

Het betoog van de burgemeester dat de bezoekers van de coffeeshop al enkele jaren voor overlast zorgen, is volgens de Afdeling bovendien onvoldoende om de exploitatievergunning en de gedoogverklaring in te trekken en het adres van de gedooglijst te schrappen. Daarbij betrekt de Afdeling onder meer dat er nooit eerder handhavend is opgetreden en dat in een periode van enkele jaren slechts één keer een drugsdeal op de stoep voor de coffeeshop is waargenomen. Er is weliswaar één keer een undercoveragent bedreigd door bezoekers van de coffeeshop, maar de waarnemingen gaan verder voornamelijk over bezoekers van de coffeeshop die antecedenten hebben. De burgemeester heeft volgens de Afdeling onvoldoende gemotiveerd hoe de bedrijfsvoering heeft geleid tot (een escalatie van) openbare orde-incidenten. Tot slot acht de Afdeling van belang dat de meldingen van overlast voor de burgemeester in 2016 geen belemmering vormden om de exploitatievergunning voor de coffeeshop voor drie jaar te verlengen.

Conclusie en tips voor de praktijk

Overlast die klanten van de coffeeshop volgens omwonenden veroorzaken tast volgens de Afdeling weliswaar de openbare orde aan, maar is geen ‘ernstig gevaar voor de openbare orde’. Daarvoor is dus méér vereist. De burgemeester moet aan de hand van concrete feiten en omstandigheden motiveren waarom sprake is van een ernstig gevaar en motiveren waarom de incidenten verband houden met het te sluiten pand. Daarbij kan het wel of niet handhavend optreden tegen overlast in het verleden een belangrijke rol spelen. 

Burgemeesters doen er verstandig aan om adequaat te handelen en te zorgen voor een goede dossiervorming. Bij incidenten of meldingen van omwonenden is het verstandig om in een zo vroeg mogelijk stadium in gesprek te gaan met de exploitant en hem de mogelijkheid te geven zijn bedrijfsvoering aan te passen zodat overlast voor omwonenden zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Heeft u vragen over de handhaving van de openbare orde en veiligheid of heeft u specifieke vragen over exploitatievergunningen? Onze advocaten en adviseurs helpen u graag. Bel (079 - 363 19 19) of mail ons.

Ontvang onze publicaties

Ontvang ons cursusaanbod

Volg ons op social media

Gerelateerde publicaties