Schadevergoeding bij overtreding AVG

Bestuursrecht

Vorige maand deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vier uitspraken waarin wordt ingegaan op de vraag of het mogelijk is schadevergoeding te krijgen in het bestuursrecht als de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is overtreden. Deze publicatie behandelt de mogelijkheid om via de bestuursrechtelijke weg of via de civielrechtelijke weg een schadevergoeding te krijgen.

Schadevergoeding op grond van de AVG

Op grond van artikel 82 van de AVG kan eenieder die schade heeft geleden als gevolg van een overtreding van de regels van de AVG, een schadevergoeding vorderen. In de AVG is niet vastgelegd op welke wijze dat kan, want dat is afhankelijk van het rechtstelsel van de lidstaat. In Nederland kennen wij de mogelijkheid om via de civiele (burgerlijke) rechter een schadevergoeding te krijgen, maar ook het bestuursrecht biedt hiervoor een ingang.

Civielrechtelijke en bestuursrechtelijke schadevergoeding

Een civielrechtelijke schadeclaim wegens het handelen in strijd met de privacywetgeving kan worden gebaseerd op artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW), waarin is bepaald dat degene die jegens een ander een (toerekenbare) onrechtmatige daad pleegt, verplicht is de schade te vergoeden. Ook een bestuursorgaan kan een onrechtmatige daad begaan en op grond van artikel 6:162 BW gehouden zijn schade te vergoeden. Bijvoorbeeld omdat sprake is van een onrechtmatige inbreuk op de privacy van een burger.

Hoofdstuk III van de AVG kent betrokkenen verschillende rechten toe in het kader van de privacy, zoals het recht op inzage in de verwerkte persoonsgegevens en het recht tot het doen van een verzoek tot correctie of verwijdering van persoonsgegevens. Als een dergelijk verzoek bij een bestuursorgaan wordt gedaan, moet deze daarop gemotiveerd beslissen. Op grond van artikel 34 van de Uitvoeringwet AVG zijn dergelijke besluiten beslissingen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als de bestuursrechter in een procedure tegen een dergelijk besluit oordeelt dat het besluit onrechtmatig is, kan hij op grond van de artikelen 8:88 en 8:89 Awb een schadevergoeding toekennen van maximaal € 25.000,-. De bestuursrechter toetst het verzoek tot het toekennen van een schadevergoeding aan de eisen van artikel 6:106 BW. Dit betekent dat sprake moet zijn van aantasting van de eer of goede naam van betrokkene dan wel van aantasting van diens persoon op andere wijze. De Afdeling sluit daarbij aan bij de rechtspraak van de Hoge Raad.

Een keuzemogelijkheid

Niet is voorgeschreven welke weg iemand moet bewandelen als hij (of zij) een schadevergoeding vordert omdat hij meent dat een bestuursorgaan een onrechtmatig besluit heeft genomen. Betrokkene kan bij de civiele rechter een schadevergoeding wegens onrechtmatig (overheids)handelen indienen op grond van artikel 6:162 BW. Betrokkene kan er echter ook voor kiezen om een vordering tot schadevergoeding in te dienen in de procedure tegen het besluit bij de bestuursrechter (artikel 8:88 Awb). Het voordeel van het volgen van de bestuursrechtelijke weg is dat maar één procedure hoeft te worden gevoerd. In deze procedure wordt dan zowel de rechtmatigheid van het besluit of de handeling getoetst als de vordering tot schadevergoeding. Kiest betrokkene voor de laatste route, dan dient hij zich wel te realiseren dat een schadevergoeding kan worden gevorderd  tot maximaal € 25.000, (inclusief rente). Als tijdens of na afloop van de procedure bij de bestuursrechter blijkt dat de schade hoger uitvalt dan € 25.000, kan de benadeelde voor de schade die uitstijgt boven de € 25.000 alsnog een vordering instellen bij de civiele rechter.

Procedures waarbij een schadevergoeding wordt gevorderd en waarbij een keuze gemaakt kan worden voor de bestuursrechtelijke of de civiele weg, kunnen complexe vragen oproepen. Vijverberg Advocaten & Adviseurs is uitstekend in staat u hierin te adviseren en bij te staan.

De uitspraken zijn gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder nummers ECLI:NL:RVS:2020:898, ECLI:NL:RVS:2020:899, ECLI:NL:RVS:2020:900 en ECLI:NL:RVS:2020:901

Wilt u meer weten over privacy en de AVG? Schrijf u dan in voor een van onze cursussen privacyrecht.

Ontvang onze publicaties

Ontvang ons cursusaanbod

Volg ons op social media

Gerelateerde publicaties

Mag de strafrechter besluiten toetsen?

Bestuursrecht
Geschreven door: mr. Roos Jeninga In hoeverre is de strafrechter bevoegd om besluiten van bestuursorganen te toetsen? Deze vraag staat centraal in een uitspraak van de strafkamer van de Hoge…

Langere beslistermijn bij omvangrijke Woo-verzoeken bij beroep niet tijdig beslissen

Bestuursrecht
Geschreven door: Daniël Andela Volgens de rechtbank Noord-Holland geldt bij omvangrijke Woo-verzoeken een langere termijn dan de standaardbeslistermijn. Uit de Woo volgt een beslistermijn van vier weken. Bij een omvangrijk…