Kunnen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur de redelijkheid en billijkheid van algemene inkoopvoorwaarden (van de VNG) vervangen?

Aanbestedingsrecht en contractenrecht

Een gemeente schrijft in haar algemene voorwaarden dat als een opdrachtnemer een verplichting uit de overeenkomst niet, niet tijdig of niet naar behoren nakomt, de gemeente het recht heeft de overeenkomst zonder ingebrekestelling en zonder tussenkomst van de rechter te beëindigen en de uitvoering van de overeenkomst op te dragen aan een derde. De kosten van deze derde worden in rekening gebracht bij de opdrachtnemer. Een architectenbureau vindt deze bepaling onredelijk bezwarend. De gemeente deelt deze mening niet. Zij is immers gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en kan dus niet zomaar een overeenkomst beëindigen wanneer dit haar “goeddunkt”. Bovendien is het architectenbureau geen consument, maar een professionele partij. Wie heeft gelijk?

Casus

Een gemeente houdt een aanbestedingsprocedure om de was- en kleedaccommodatie van de voetbalvereniging te vernieuwen. Een architectenbureau dient een offerte in. Op deze offerte zijn de Algemene Inkoopvoorwaarden van de gemeente van toepassing verklaard. Artikel 24 van deze Inkoopvoorwaarden bevat de bewuste bepaling. De gemeente had in de aanbestedingsdocumenten aangegeven dat de vernieuwing van de was- en kleedaccommodatie gereed moest zijn voor aanvang van het voetbalseizoen 2014-2015. Na bestudering van de bestekstukken blijkt echter dat de vernieuwing niet op tijd gereed zal zijn. De gemeente beëindigt vervolgens - onder verwijzing naar artikel 24 van de Algemene Inkoopvoorwaarden - de overeenkomst en gunt de opdracht aan een ander. Het architectenbureau roept de vernietiging van artikel 24 in vanwege het feit dat dit artikel onredelijk bezwarend is (artikel 6:233 onder a BW). Het architectenbureau meent dat het eerst in gebreke gesteld had moeten worden en de kans had moeten krijgen om alsnog tijdig de vernieuwing af te ronden. Verder is het architectenbureau van mening dat de aanvang van het nieuwe voetbalseizoen geen uiterste opleverdatum is of een fatale termijn.

Oordeel Gerechtshof Den Bosch

Het Hof oordeelt dat de vraag of een bepaling in algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is beantwoord moet worden aan de hand van alle omstandigheden van het geval (Gerechtshof Den Bosch 19 juni 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:2678). Het Hof geeft aan dat de wet drie omstandigheden opsomt (artikel 6:233 onder a BW), maar ook andere omstandigheden kunnen van betekenis zijn.

Het Hof overweegt dat artikel 24 van de Algemene Inkoopvoorwaarden de gemeente een onbeperkt recht geeft om overeenkomsten eenzijdig te beëindigen. Het is de gemeente zelf die bepaalt of een overeenkomst niet, niet tijdig, of niet naar behoren wordt nagekomen, aldus het Hof. De gemeente brengt naar voren dat artikel 24 is overgenomen uit de model Algemene Inkoopvoorwaarden van de VNG. Dat model bevat echter enkele specifiek omschreven situaties waaronder een gemeente een overeenkomst eenzijdig kan beëindigen, zoals schending van de inkoopvoorwaarden door opdrachtnemer, de ontbinding van de rechtspersoon van opdrachtnemer of een faillissement van opdrachtnemer. In de Algemene Inkoopvoorwaarden van de gemeente is deze opsomming niet overgenomen. Artikel 24 heeft daardoor een zeer ruime werking gekregen.

Het Hof geeft aan dat de ontbinding van een overeenkomst een zwaar middel is dat slechts gebruikt mag worden indien dit gerechtvaardigd is. Artikel 24 geeft de gemeente een ongeclausuleerde mogelijkheid om een overeenkomst te ontbinden en bevat geen waarborgen voor een opdrachtnemer waarin met zijn belang rekening wordt gehouden. De gemeente voert aan dat zij bij het sluiten van overeenkomsten gebonden is aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zodat het gebruik van artikel 24 moet voldoen aan deze beginselen. Het Hof is echter van oordeel dat het beroep van de gemeente op haar plicht te handelen binnen de beginselen van behoorlijk bestuur geen inperking van artikel 24 oplevert en komt tot de conclusie dat artikel 24 onredelijk bezwarend is.

Ten aanzien van de ingebrekestelling oordeelt het Hof dat er geen sprake is van een fatale termijn. In het programma van eisen wordt weliswaar een tijdsindicatie gegeven waarbinnen de vernieuwing gereed moest zijn voor aanvang van het nieuwe voetbalseizoen. Daarnaast waren de geoffreerde prijs en de doorlooptijd van de planning de belangrijkste gunningscriteria en heeft het architectenbureau bij de offerte een planning meegezonden; desondanks had de gemeente het architectenbureau eerst in gebreke moeten stellen alvorens de overeenkomst ontbonden kon worden.

Conclusie

De algemene beginselen van behoorlijk bestuur kunnen niet de redelijkheid en billijkheid van algemene voorwaarden vervangen. Een contractspartij moet ervoor zorgen dat zijn algemene voorwaarden evenwichtig zijn en - tot op zekere hoogte - rekening houden met de belangen van de ander. Een beroep op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur kan een te ruim geformuleerd beding in de algemene inkoopvoorwaarden niet beperken.

Tips

  • Houd rekening met de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij bij het opstellen van algemene voorwaarden;
  • Zorg dat de inhoud van algemene voorwaarden evenwichtig zijn;
  • Indien een bepaalde termijn een fatale termijn is, noem deze termijn dan ook een fatale termijn.

Advies nodig?

Vijverberg adviseert gemeenten over het opstellen van algemene voorwaarden. Op welke valkuilen moet u alert zijn?

Contact en cursussen

Heeft u vragen over het opstellen of gebruiken van algemene voorwaarden, bel dan met een van onze specialisten via telefoonnummer 079 - 3631919. Wilt u meer weten over contractenrecht? Volg een van onze cursussen Contractenrecht.

Ontvang onze publicaties

Ontvang ons cursusaanbod

Volg ons op social media

Gerelateerde publicaties

Vervolg Didam-arrest: Hoge Raad oordeelt over de gevolgen van schending van de Didam-regels

Aanbestedingsrecht en contractenrecht
Geschreven door: mr. Helin Cardakli Op 15 november 2024 gaf de Hoge Raad belangrijke aanwijzingen voor het handelen van overheidslichamen bij de verkoop van onroerend goed. In deze zaak staat…

Begrotingssubsidie: recht op mededinging, het vervolg!

Aanbestedingsrecht en contractenrecht
Bestuursrecht
Geschreven door: mr. Charissa Smith In onze publicatie van 5 juli 2024 hebben wij een overzicht gegeven van verschillende uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State over…

Eerdere publicaties

Aanbestedingsrecht en contractenrecht, Bestuursrecht
Aanbestedingsrecht en contractenrecht, Bestuursrecht
Aanbestedingsrecht en contractenrecht

Latere publicaties

Aanbestedingsrecht en contractenrecht
Aanbestedingsrecht en contractenrecht