Nieuwe overzichtsuitspraak over artikel 13b Opiumwet: wat betekent dit voor overheden?

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft een (nieuwe) overzichtsuitspraak gedaan over de toepassing van artikel 13b van de Opiumwet. Die bevoegdheid kennen we als het sluitingsbevel voor woningen na de vondst van drugs. De uitspraak bevat geen aardverschuiving, maar wel een aantal relevante accenten die overheden houvast geven bij het inzetten van deze bevoegdheid.

Let op: de uitspraak beperkt zich tot de toepassing van artikel 13b Opiumwet bij woningen. Niet bij lokalen. En ook niet bij voorbereidingshandelingen. Dat laatste is jammer, want in die situaties zijn vaak juist géén drugs aanwezig, terwijl de Afdeling hier juist veel nadruk legt op de aanwezigheid van een handelshoeveelheid.

Wat is er nieuw?

In vergelijking met de eerdere uitspraken van 28 augustus 2019, 2 februari 2022 en 6 juli 2022 (zie ook ECLI:NL:RVS:2022:1911, ECLI:NL:RVS:2022:1913 en ECLI:NL:RVS:2022:1916), zijn de uitgangspunten grotendeels hetzelfde gebleven. Toch zijn er drie punten die opvallen:

Bewijs van eigen gebruik
De bewoner die stelt dat de aangetroffen drugs voor eigen gebruik waren, moet met een helder, consistent en overtuigend verhaal komen. Zijn er daarnaast voorwerpen in de woning aangetroffen die wijzen op handel? Dan mag de burgemeester daar zwaar aan tillen.

Geschiktheidstoets
Nieuw is dat de Afdeling expliciet aandacht besteedt aan de geschiktheid van de sluiting. Als door het tijdsverloop de situatie al is hersteld en de doelen van de sluiting niet meer haalbaar zijn, dan is het middel ongeschikt. Wie of wat dat tijdsverloop heeft veroorzaakt, maakt daarbij niet uit.

Evenredigheid opnieuw onderstreept
De Afdeling herhaalt dat een sluiting met forse gevolgen niet automatisch onevenredig is. Tegelijkertijd geldt: hoe zwaarder de gevolgen voor de bewoners, hoe zwaarder de burgemeester moet meewegen of sluiting echt nodig is. Dat sluit mooi aan bij de conclusie van Widdershoven en Wattel over evenredigheid uit 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1468). Of zoals de Afdeling het zelf formuleert:

“De ratio van het evenredigheidsbeginsel is niet het volledig tegengaan van nadelige gevolgen van besluitvorming, maar het voorkomen van onnodig zware gevolgen in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.”

Wat kun je hiermee als overheid?

Deze uitspraak helpt bij het afwegen van belangen in het besluitvormingsproces. Zeker bij kwetsbare bewoners of bij twijfel over betrokkenheid kan het zinvol zijn om stil te staan bij de geschiktheid én evenwichtigheid van sluiting. Niet omdat het moet, maar omdat het helpt om stevig te besluiten - én stand te houden als het erop aankomt.

Meer weten over deze uitspraak of hulp nodig bij beleid of besluitvorming rond artikel 13b Opiumwet? Neem gerust contact met ons op. We denken graag met u mee.