Onbereikbare werknemer: ernstig verwijtbaar?

In een recent gepubliceerde uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2023:137) oordeelt de rechtbank over de (ernstige) verwijtbaarheid van een werknemer die niet meer op het werk is verschenen en onbereikbaar is voor de werkgever. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst. Wat was er aan de hand?

De feiten in het kort

De werknemer in kwestie werkt sinds 24 juni 2020 bij de werkgever als contactcentermedewerker. Op 16 mei 2022 heeft de werknemer aan de werkgever kenbaar gemaakt niet meer te willen werken, omdat de betalingen volgens de werknemer incorrect zouden zijn. Sinds die datum is de werknemer niet meer op het werk verschenen. De werkgever heeft meerdere pogingen gedaan om de werknemer telefonisch en schriftelijk, zowel per gewone als aantekende post, te bereiken. De werknemer heeft enkel gereageerd op een e-mail van 17 juni 2022 waarin hij verzoekt om een overleg. Daarna is de werknemer wederom onbereikbaar gebleven. Hoewel de werknemer zich niet heeft ziekgemeld, heeft de werkgever hem wel laten uitnodigen voor een gesprek bij de bedrijfsarts. Omdat de werknemer ook daar niet is verschenen, heeft de werkgever met een voorafgaande waarschuwing het loon van de werknemer opgeschort en uiteindelijk stopgezet. De werknemer heeft ook op deze maatregelen niet gereageerd. 

De werkgever verzoekt de kantonrechter daarom de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens ernstig verwijtbaar handelen (de ‘e-grond’). Hoe oordeelt de kantonrechter?

Oordeel kantonrechter: ernstig verwijtbaar

De kantonrechter stelt allereerst vast dat de werknemer niet is verschenen op de mondelinge behandeling en geen verweer heeft gevoerd. Het gaat in deze zaak in het kort om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden. 

De werknemer heeft geen verweer gevoerd, wat betekent dat de door de werkgever aangevoerde feiten en omstandigheden als onweersproken zijn komen vast te staan. De kantonrechter zal daarom van die feiten en omstandigheden uitgaan. Uit de stellingen van de werkgever blijkt dat er vele pogingen zijn gedaan om de werknemer te bereiken. De werknemer is zelfs uitgenodigd voor een gesprek bij de bedrijfsarts, ondanks dat hij zich niet heeft ziekgemeld. Vervolgens is de werknemer gewaarschuwd en is hem aangekondigd dat zijn loon zou worden opgeschort en uiteindelijk zou worden overgegaan tot een loonstop. Al deze maatregelen hebben geen effect gehad: de werknemer blijft onbereikbaar. De kantonrechter oordeelt daarom dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten; herplaatsing ligt daarmee niet in de rede. 

Omdat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, ontbindt de kantonrechter de overeenkomst zonder inachtneming van de opzegtermijn en zonder toekenning van de transitievergoeding