Gebruik van liefdevolle emoji’s hartverscheurend einde van arbeidsovereenkomst?

De rechtbank Amsterdam heeft zich eind december moeten buigen over de vraag of het sturen van hartjes emoji’s naar collega’s bestempeld kan worden als grensoverschrijdend gedrag. Wat was er aan de hand?

Feiten

Werknemer is sinds november 2011 werkzaam als storemanager bij Primark. De functie van storemanager is de hoogste managerfunctie bij Primark. Primark hanteert een beleid ten aanzien van grensoverschrijdend gedrag. Het beleid is onder andere vastgelegd in het Personeelshandboek van Primark. Daarnaast beschikt Primark over een formele en informele procedure ten aanzien van ongewenst gedrag. In juli 2022 komen over de storemanager verschillende meldingen binnen die betrekking hebben op mogelijk grensoverschrijdend gedrag. De meldingen gaan onder andere over het versturen van Whatsapp-berichtjes met hartjes emoji’s, het aanraken van een blouse van een vrouwelijke collega en het uiten van bepaalde opmerkingen bij het bekijken van een vakantiefoto. 

Primark heeft naar aanleiding van de binnengekomen meldingen een extern onderzoeksbureau ingeschakeld om onderzoek te doen. Uit het onderzoek volgt dat een groot aantal van de naar voorgebrachte punten in de meldingen niet kan worden beschouwd als grensoverschrijdend of verwijtbaar gedrag. Primark besluit desondanks alsnog de storemanager te ontslaan wegens primair ernstig verwijtbaar handelen en subsidiair wegens een verstoorde arbeidsrelatie. Door de storemanager wordt als verweer aangevoerd dat sprake is van een samenzwering tegen hem met als doel hem weg te krijgen bij Primark. 

Oordeel kantonrechter

Van een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst is volgens de kantonrechter geen sprake. De uitkomsten van het externe onderzoeksbureau – waaruit blijkt dat de gedragingen niet bestempeld kunnen worden als grensoverschrijdend of verwijtbaar gedrag - zijn daarbij van belang. Uit het onderzoek volgt dat het overgrote deel van de meldingen op zichzelf niet klachtwaardig is. Wat daarbij opmerkelijk is, is dat de meldingen gedaan zijn in een kort tijdsbestek en de melders met elkaar verbonden zijn via vriendschap of relaties. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn er dan ook aanwijzingen van een samenspanning met een twijfelachtig motief.

Ten aanzien van de door de storemanager verstuurde berichten met hartjes emoji’s wordt in aanmerking genomen dat dit bij veel collega’s een normale manier is om aan te geven dat ze iets ‘leuk’ vinden. Het gaat daarbij ook om berichten van een aantal jaar geleden. Het is dus niet een patroon waarbij de storemanager constant de grenzen heeft opgezocht.

Het voorval met het aanraken van de blouse, hetgeen door de storemanager overigens wordt betwist, is naar het oordeel van de kantonrechter niet onbehoorlijk. De opmerking bij de foto van een collega is te bestempelen als een opmerking met een seksuele ondertoon, maar dit kan naar het oordeel van de kantonrechter geen reden geven voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Tot slot oordeelt de kantonrechter dat op grond van alle feiten een gebrek aan zelfinzicht van storemanager niet kan worden aangenomen. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt dan ook afgewezen.