Een werkneemster die werkzaam is als coördinator horeca in een verzorgingstehuis heeft hoge geldbedragen, die door de bewoners contant zijn afgerekend, meegenomen naar huis. Ook heeft zij de grote hoeveelheid contant geld in de kluis van haar werkgever niet tijdig afgestort, terwijl dat wel de instructie was. Wanneer de werkgever op 16 januari onregelmatigheden constateert ten aanzien van contante geldbedragen, schakelt hij direct een onderzoeksbureau in. Op diezelfde dag legt de werkneemster het contante geld stiekem terug in de kluis van haar werkgever. Wanneer de werkgever op 22 januari de werkneemster om opheldering vraagt, geeft zij geen openheid van zaken. Op 4 februari rondt het onderzoeksbureau het onderzoek af en volgt ontslag op staande voet voor de werkneemster.
Is dit ontslag onverwijld gegeven? Ja, zegt het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. De werkgever moest dit zorgvuldig onderzoeken. Bovendien was werkneemster na 22 januari zelf niet eerder dan 4 februari beschikbaar voor een gesprek. De werkneemster draait op voor een deel van de onderzoekskosten. Maar alleen voor het deel van het onderzoek dat betrekking had op de onderwerpen waar zij zelf geen openheid van zaken over gaf.
Meer weten over ontslag op staande voet? Neem contact op met Vijverberg Advocaten & Adviseurs!