Onbetaald verlof kan WIA-dagloon aanzienlijk verlagen

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) bevestigt in een recente uitspraak dat het UWV het WIA-dagloon terecht lager heeft vastgesteld bij een werknemer die onbetaald ouderschapsverlof had opgenomen. Ook wanneer iemand vóór dat verlof meer verdiende, hoeft het UWV dat hogere loon niet mee te nemen in de berekening.

De zaak betreft een verzorgende individuele gezondheidszorg die na haar zwangerschapsverlof in 2019 zes maanden onbetaald ouderschapsverlof opnam. Toen zij zich in 2020 ziekmeldde, stelde het UWV haar WIA-dagloon vast op € 36,51. De werkneemster vond dat te laag, omdat haar inkomen vóór het verlof vanwege de onregelmatigheidstoeslagen hoger lag. Volgens de werknemer was haar inkomen na haar verlof niet representatief. Zij stelde dat het Dagloonbesluit in haar geval tot een oneerlijke uitkomst leidde.

De CRvB volgt dat standpunt niet. Volgens artikel 17 van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen kan bij onbetaald verlof worden uitgegaan van het loon in de maand direct na afloop van het verlof. Dat kan nadelig zijn wanneer iemand daarna minder verdient, maar dat is volgens de CRvB een bewuste keuze van de wetgever. Er waren geen bijzondere omstandigheden die aanleiding gaven om van deze regel af te wijken. Het feit dat de werkneemster aanvankelijk een WW-uitkering was toegekend op basis van een hoger WW-dagloon, maakt dit niet anders. De CRvB oordeelt dat het UWV correct heeft gehandeld en bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.

Deze uitspraak benadrukt dat het moment van onbetaald verlof directe invloed kan hebben op de hoogte van toekomstige uitkeringen. Bij langdurig verlof telt alleen het loon binnen de wettelijke referteperiode mee. Werknemers die na hun verlof minder uren werken of minder toeslagen ontvangen, kunnen daardoor te maken krijgen met een lagere WIA-uitkering.

Vragen of advies nodig?

Vragen over de WIA of het vaststellen van het WIA-dagdeel? Neem contact met ons op. Wij adviseren u graag.