Afgewezen verzoek tot verwijdering van persoonsgegevens

De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) kent in artikel 17 betrokkenen het recht toe een verzoek tot het wissen van persoonsgegevens te doen. Het eerste lid van artikel 17 bepaalt onder d dat een dergelijk verzoek moet worden toegekend als de persoonsgegevens onrechtmatig zijn verwerkt.

Op 16 juli 2025 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak in een kwestie waarbij een verzoek tot verwijdering was gedaan bij de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). Verzoeker wenste dat alle aanwezige dossiers van haar twee zonen worden vernietigd. Dit verzoek is afgewezen. 

De Afdeling stelt vast dat het betrokkene in de kern te doen is om de vaststelling dat de raadsdossiers over haar zonen onjuiste informatie bevatten. De Afdeling is van oordeel dat een verzoek om wissing op grond van de AVG zich niet leent voor een inhoudelijke beoordeling van het onderzoek van de RvdK. De Afdeling overweegt dat, hoewel invoelbaar is dat de inhoud van de raadsdossiers grote gevolgen heeft gehad en mogelijk nog heeft, in de procedure over artikel 17 AVG niet kan worden vastgesteld dat de RvdK geen onderzoek had mogen starten. Er zijn verder geen andere redenen aangevoerd waarom de verwerking van de persoonsgegevens onrechtmatig zou zijn en daarvan is ook niet gebleken. In deze procedure is dus niet komen vast te staan dat sprake is van onrechtmatige verwerking van gegevens en betrokkene heeft op die grond dus geen recht op wissing van de persoonsgegevens in de raadsdossiers.

Verder overweegt de Afdeling dat op de RvdK een wettelijke verwerkingsplicht rust. Deze wettelijke verwerkingsplicht volgt uit artikel 3 van de Archiefwet. Op grond daarvan is de RvdK verplicht om archiefbescheiden, in dit geval de documenten in de dossiers van de kinderen van betrokkene, in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en met inachtneming van de geldende bewaartermijn te bewaren. Dit betekent dat, zelfs als de persoonsgegevens onrechtmatig zouden zijn verwerkt door de RvdK, het bepaalde in artikel 17, derde lid, aanhef en onder b van de AVG aan het recht op wissing in de weg staat. Daarin is namelijk vastgelegd dat het recht op verwijdering van persoonsgegevens niet van toepassing is als er een wettelijke bewaarplicht op de verwerkingsverantwoordelijke rust en dat is hier op grond van artikel 3 Archiefwet dus het geval.

De betreffende uitspraak lees je hier.

Meer weten over privacyrecht en de AVG? Op donderdag 4 september 2025 verzorgt mr. Arjo Buurma de cursus AVG: de Algemene verordening gegevensbescherming in de praktijk. Deze cursus kan ook incompany worden afgenomen. Schrijf je nu in via onze website!