Werkgever trekt aan het kortste eind: afbreken onderhandelingen arbeidsovereenkomst niet zonder gevolgen

Het niet tot stand komen van een arbeidsovereenkomst met een werknemer heeft voor werkgever Connexxion een prijskaartje gekregen. Wat was er aan de hand?

Een werknemer is met ingang van 6 juli 2018 door uitzendbureau Allroad Projecten B.V. (hierna: Allroad) uitgezonden naar Connexxion Openbaar Vervoer N.V. (hierna: Connexxion) om als buschauffeur werkzaamheden te verrichten en gelijktijdig een opleidingstraject te volgen. Tijdens het functioneringsgesprek op 9 april 2019 zijn het opvolgen van de ziekmeldingsprocedure, het op tijd beginnen met de aanvang van de dienst en het beter bereikbaar zijn via e-mail en telefoon als verbeterpunten besproken. Op 1 november 2019 vindt er weer een functioneringsgesprek plaatst. In het gespreksverslag is neergelegd: ‘Verbetering in functioneren laten zien, krijgt contract aangeboden bij Connexxion. Gefeliciteerd!’. 

Bij e-mail van 17 december 2019 heeft een medewerker van Allroad aan de werknemer in kwestie onder andere laten weten dat het contract bij Connexxion ingaat per 5 januari 2020 en werknemer tot die tijd salaris ontvangt via Allroad. Op 3 december 2019 vraagt de werknemer vervolgens in een WhatsApp-bericht aan zijn leidinggevende of hij vakantie kan opnemen van 23 tot 27 december 2019. Dit verzoek wordt door de leidinggevende geweigerd. Op 23 december 2019 heeft werknemer zich ziek gemeld. Naar aanleiding hiervan heeft op 3 januari 2020 een gesprek plaatsgevonden tussen de werknemer, de leidinggevende en een medewerker van Allroad. Na afloop van het gesprek wordt er een e-mail verstuurd waarin onder meer is neergelegd dat er geen vertrouwen meer is in een samenwerking waardoor de werkzaamheden bij Connexxion per direct stoppen. Als reden wordt aangegeven dat werknemer niet bereikbaar was voor werkgever gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid.

In reactie hierop schrijft de werknemer op 15 januari 2020 een e-mail aan zijn leidinggevende waarin hij neerlegt dat aan hem een toezegging is gedaan voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en dat hij nog in dienst is bij Connexxion. Het geschil dat vervolgens ontstaat ziet op de vraag of tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand is gekomen. Indien dat niet het geval is, is de vraag of Connexxion de onderhandelingen nog mocht afbreken zonder schadeplichtig te zijn jegens werknemer.

Wel of geen arbeidsovereenkomst?

Ten aanzien van de vraag of er een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, oordeelt de kantonrechter dat dit niet het geval is. De intentie om de werknemer in vaste dienst te nemen is kenbaar gemaakt en ook staat vast dat er gesproken is over een arbeidsovereenkomst. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de werknemer echter niet het gerechtvaardigd vertrouwen hieraan kunnen ontlenen dat er ook daadwerkelijk een arbeidsovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen. Tussen partijen is namelijk geen volledige overeenstemming bereikt over de essentialia van de arbeidsovereenkomst.

Mocht Connexxion de onderhandelingen afbreken?

Nee luidt het oordeel van de kantonrechter op die vraag. De kantonrechter verwijst naar het leerstuk van de precontractuele fase. Onder inkleuring van de feiten zoals, het feliciteren van de werknemer met het contract, het bespreken van de diensten die de werknemer zou gaan rijden en het tussen Connexxion en Allroad spreken over een arbeidsovereenkomst, hebben bij de werknemer de indruk gewekt dat een arbeidsovereenkomst tot stand zou komen. De werknemer had ook belang bij een vast dienstverband. De kantonrechter komt dan ook tot het oordeel dat Connexxion zich ten onrechte, althans te snel, teruggetrokken heeft uit de onderhandelingen inzake het aangaan van een arbeidsovereenkomst. Gevolg? Connexxion moet de schade van werknemer vergoeden wat neerkomt op een aanvulling op de WW-uitkering.