De gemeente Utrecht verstrekt een subsidie aan de Stichting Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK) voor de eerste 7 maanden van 2019. De aanvraag voor de resterende maanden in 2019 wijst de gemeente af. UCK bestrijdt het besluit en eist een subsidie voor het hele kalenderjaar, zoals gebruikelijk. De rechtbank stelt vast dat sprake is van een gedeeltelijke weigering van de subsidie en dat het besluit moet voldoen aan de eisen die artikel 4:51 Algemene wet bestuursrecht stelt aan het (gedeeltelijk) beëindigen van subsidierelaties. Eén van die eisen is het in acht nemen van een redelijke termijn. De rechtbank vindt de termijn van 7 maanden in dit geval redelijk. Het biedt UCK de gelegenheid het lopende cursusjaar 2018-2019 af te ronden. Daarna - vanaf augustus - beëindigt UCK de gesubsidieerde activiteiten. UCK wil het resterende bedrag vrij besteden aan zaken als transitiekosten, loonkosten en ontslagvergoedingen. De rechtbank oordeelt dat de redelijke termijn is bedoeld om de gesubsidieerde activiteiten af te wikkelen, in dit geval de lessen en cursussen op het gebied van (amateur)kunst en cultuuronderwijs. Daartoe stelt de geboden termijn van 7 maanden UCK in staat. De redelijke termijn is niet bedoeld om na beëindiging van de activiteiten, transitievergoedingen, loonkosten en ontslagvergoedingen te betalen. Die blijven voor rekening en risico van UCK (ECLI:NL:RBMNE:2019:3254).
Wil je meer weten over het beëindigen van subsidierelaties, meld je dan aan voor onze online cursus Beëindigen subsidierelaties op 25 juni 2020 van 09.30 - 11.30 uur.