Bepalen overbruggingsperiode bij berekenen uittredingssom
Een gemeenschappelijke regeling (GR) wordt geconfronteerd met uittredende deelnemers. Artikel 9 van de Wet gemeenschappelijke regelingen laat het aan de GR zelf over om de voorwaarden waaronder uittreding plaats vindt, te bepalen.
Zoals bij veel gemeenschappelijke regelingen het geval is, bevat de GR in casu een algemene bepaling over de berekening van de uittredingssom om de schade die de uittreding veroorzaakt, te compenseren. Niet precies is vastgelegd hoe de hoogte van de uittredingssom wordt berekend. De vraag rijst welke overbruggingsperiode de GR mag hanteren bij het berekenen van de (toekomstige) schade en of die periode kan differentiëren per kostenpost. Vijverberg brengt een advies uit waarin de jurisprudentie wordt geanalyseerd en conclusies worden getrokken. Het advies is duidelijk en goed bruikbaar bij het berekenen van een reële uittredingssom, ondanks dat het niet mogelijk is de precieze overbruggingsperiode te bepalen.