Vakantieopbouw bij ziekte ter discussie

Mag een werknemer die al langer dan 104 weken ziek is nog steeds vakantie-uren opbouwen? Volgens de Nederlandse wet is dat niet het geval. Opbouw van vakantie vindt alleen plaats in perioden waarin de werknemer recht heeft op loon. Toch oordeelde de Rechtbank Gelderland onlangs anders, met een beroep op het Europees Recht.

Vakantie volgens het Europese recht

De Europese richtlijn 2003/88/EG kent werknemers een recht toe op minimaal vier weken betaalde vakantie per jaar. Lidstaten zijn verplicht dit recht in hun nationale wetgeving op te nemen. De richtlijn is daarmee een minimumkader. Het schrijft het resultaat voor, maar laat de lidstaten vrij in de manier waarop zij dit regelen.

Daarnaast bepaalt artikel 31 lid 2 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie dat iedere werknemer recht heeft op jaarlijkse vakantie met behoud van loon. Anders dan een richtlijn hoeft dit grondrecht niet te worden omgezet in nationale wetgeving. Het Handvest heeft namelijk directe werking. Dat betekent dat rechters en werknemers zich er rechtstreeks op kunnen beroepen.

Kantonrechter laat Nederlandse wet buiten toepassing

In de zaak die voorlag bij de Rechtbank Gelderland was sprake van een werknemer die langer dan 104 weken ziek was. De werknemer verzocht om beëindiging van dit slapende dienstverband, omdat voortzetting van de arbeidsrelatie niet langer mogelijk was. Daarbij vroeg de werknemer om uitbetaling van de opgebouwde vakantie-uren, ook over de periode waarin geen loon meer werd ontvangen.

De werkgever stelde zich op het standpunt dat de werknemer alleen vakantie-uren opbouwt over perioden waarin recht op loon bestaat. Dat sluit aan bij de Nederlandse wetgeving. Europese regels gaan echter verder. Die geven werknemers recht op vakantieopbouw, ook tijdens ziekte en los van de vraag of er loon wordt doorbetaald. Volgens de kantonrechter botst de Nederlandse wet dus met het Europees recht. Omdat de nationale wet geen ruimte biedt om dit verschil weg te interpreteren heeft de kantonrechter de bepaling buiten toepassing gelaten en het Europees Handvest rechtstreeks toegepast.

Gevolgen?

Hoewel de uitspraak betrekking had op een geschil tussen werknemer en een particuliere werkgever, kan de onderliggende rechtsregel ook van toepassing zijn op overheidswerkgevers. Europese bepalingen met directe werking gelden immers voor alle werkgevers, dus ook voor gemeenten, provincies, onderwijsinstellingen en andere (semi)publieke werkgevers. Zij moeten er rekening mee houden dat vakantieopbouw tijdens ziekte mogelijk ook na afloop van de loondoorbetalingsplicht doorloopt.

Tegelijkertijd is dit de eerste uitspraak waarin een Nederlandse rechter de nationale wet buiten toepassing heeft gelaten op dit punt. Het is nog onduidelijk of hogere rechters deze lijn zullen bevestigen. Werkgevers hoeven daarom niet direct over te gaan tot uitbetaling van alle vakantie-uren die na 104 weken ziekte zouden zijn opgebouwd.

Binnenkort verschijnt er een publicatie waarin wij dieper ingaan op deze uitspraak en de mogelijke gevolgen voor werkgevers. Heeft u nu al vragen? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.