Werknemer schadeplichtig jegens werkgever door misgelopen opdracht

Door toedoen van een werknemer loopt een bedrijf een opdracht mis. De werknemer leidt een potentiële klant namelijk door naar een concurrent, waar deze een goedkopere offerte kan krijgen. De werknemer had toen al contact gehad met de concurrent en was ermee bekend dat deze een gunstigere offerte kon uitbrengen aan de klant. Op grond hiervan gunt de opdrachtgever de opdracht aan de concurrent. Het bedrijf stelt de werknemer succesvol aansprakelijk voor schade die hij door deze handelswijze heeft geleden.

De werknemer stelt naar het oordeel van de rechtbank terecht dat een werknemer op grond van artikel 7:661 BW slechts schadeplichtig is jegens zijn werkgever voor de schade die hij bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst toebrengt als dit het gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. De rechtbank oordeelt echter dat de schade in dit geval niet is ontstaan in ‘de uitvoering van de arbeidsovereenkomst’ (Rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2020:10735). Het doorverwijzen van potentiele klanten naar de concurrent voor een betere offerte behoort immers niet tot de overeengekomen werkzaamheden van de werknemer. Voorts acht de rechtbank de werknemer in ieder geval (ook) aansprakelijk op grond van artikel 7:611 BW (goed werknemerschap) en artikel 6:74 BW (wanprestatie), omdat de werknemer zijn contractuele verplichting niet is nagekomen zich als goed werknemer te gedragen. Voor deze artikelen geldt de beperking niet dat sprake moet zijn van opzet of bewuste roekeloosheid.