Op veel terreinen in het openbaar bestuur zijn samenwerkingsverbanden opgericht met als doel gezamenlijk (complexe) overheidstaken uit te voeren. Deze gemeenschappelijke regelingen functioneren over het algemeen goed en tot tevredenheid van alle deelnemers. Totdat een van de deelnemers aangeeft uit het samenwerkingsverband te willen treden. Ook al is de reden meestal begrijpelijk, toch leidt een dergelijke stap vaak tot slechte bestuurlijke verhoudingen en conflicten tussen deelnemer(s) en de Gemeenschappelijke Regeling. Wil je beter voorbereid zijn in een dergelijke situatie en bestuurders op dit punt adequaat kunnen adviseren, schrijf je dan in voor de cursus uittreden uit een gemeenschappelijke regeling.
Cursusdetails
Inhoud
De beslissing om uit te treden uit een gemeenschappelijke regeling is in veel opzichten ingrijpend. Het betekent voor de overgebleven deelnemers dat ze extra kosten krijgen omdat kosten in de toekomst met minder organisaties kunnen worden gedeeld. Voor de eigen organisatie betekent het dat bepaalde taken weer zelfstandig moeten worden opgepakt of dat aansluiting moet worden gezocht bij een ander samenwerkingsverband. Wat betekent dit voor de beslissing tot uittreding? Is het ook mogelijk om gedeeltelijk uit te treden? Heeft het bestuur van de gemeenschappelijke regeling hierover ook iets te zeggen en kunnen zij voorwaarden stellen? Zo ja, welke voorwaarden zijn redelijk? In de cursus staan we uitgebreid stil bij de vraag wie welke besluiten neemt en welke regels daarbij van toepassing zijn. Ook gaan we in op de jurisprudentie die er op dit gebied is en de mogelijkheden om in je eigen gemeenschappelijke regeling bepalingen op te nemen over de uittreedvoorwaarden. Daarnaast gaan we in op de rechtsmiddelen die je kunt aanwenden in het geval partijen er toch niet met elkaar uitkomen.
Na afloop van de cursus:
- ben je op de hoogte van de relevante bepalingen uit de Wet gemeenschappelijke regelingen;
- heb je kennis van de bestaande jurisprudentie op het gebied van uittreedvoorwaarden;
- heb je een idee over de mogelijkheden die er zijn om uittreedbepalingen op te nemen in je eigen gemeenschappelijke regeling;
- weet je hoe de geschillenprocedure is en hoe deze in de praktijk werkt.
Doelgroep
Medewerkers van overheidsorganisaties die betrokken zijn bij het opstellen en toetsen van gemeenschappelijke regelingen en medewerkers van gemeenschappelijke regelingen die meer willen weten over de specifieke situatie bij uittreding van een of meer deelnemers. De cursus is ook bestemd voor bestuurders van decentrale overheden of samenwerkingsverbanden die zoeken naar mogelijkheden om het proces van uittreding soepeler te laten verlopen.
Programma
- Uittreedbepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen;
- Uittreedbepalingen in de gemeenschappelijke regeling zelf;
- Heersende jurisprudentie op het gebied van uittreedvoorwaarden;
- Gedeeltelijke uittreding?
- Geschillenregeling, procedure bij Gedeputeerde Staten;
- Voorbeelden van een uittreedprotocol.
Werkwijze
Een ervaren adviseur bespreekt in één dagdeel de problematiek rondom uittreding uit een gemeenschappelijke regeling aan de hand van praktijkvoorbeelden, vragen en oefeningen. Na afloop van de cursus ontvang je een digitaal deelnamecertificaat.