Second opinion subsidievaststelling: eens vastgesteld, altijd vastgesteld?
Een gemeente constateert tijdens een bezoek aan een gesubsidieerde instelling dat deze over een aanzienlijke hoeveelheid gebruikte en ongebruikte goederen beschikt. De vraag rijst of de in het verleden gesubsidieerde activiteiten wel (geheel) zijn uitgevoerd.
Het bestuur overweegt de betaling van een uitgevoerde opdracht door dezelfde instelling achterwege te laten en de al vastgestelde subsidies te wijzigen en op een lager bedrag vast te stellen (artikel 4:49, eerste lid, Awb). Ambtelijk wordt aangegeven dat de constateringen onvoldoende reden geven om de betaling van verrichte werkzaamheden achterwege te laten en om de subsidievaststellingsbeschikkingen te wijzigen. Voordat het ambtelijk advies aan het bestuur wordt voorgelegd, vraagt de opdrachtgever aan Vijverberg een second opinion. Een ervaren adviseur van Vijverberg gaat direct aan de slag en zet in een notitie helder uiteen waarom zij de ambtelijk getrokken conclusies deelt. Verrekening van te veel betaalde subsidie mag alleen met een voor dezelfde activiteiten verstrekte subsidie voor een ander tijdvak en dus niet met een opdracht. Daarnaast waren de aard en omvang van de aangetroffen goederen niet zodanig dat daaruit afgeleid mocht worden dat de gesubsidieerde activiteiten niet (geheel) waren uitgevoerd. Er bestond daarom geen grond om de subsidievaststellingen ten nadele van de subsidieontvanger te wijzen.