Sociale vangnetten op de schop: wat verandert er in de Cao Gemeenten en SGO?
Geschreven door: mr. Kardelen Öztürk
In het licht van de financiële uitdagingen voor gemeenten is het principeakkoord 2025-2027 voor de Cao Gemeenten en Cao SGO (hierna: cao’s) gesloten. Dit akkoord markeert een belangrijke omslag in het sociale vangnet voor medewerkers die worden ontslagen wegens disfunctioneren. Waar deze oud-medewerkers nu nog recht hebben op bovenwettelijke uitkeringen – de aanvullende en de na-wettelijke uitkering – verandert dat per 1 januari 2026. Vanaf die datum vervallen beide uitkeringen bij ontslag wegens disfunctioneren. Deze wijzigingen roepen belangrijke vragen op: wat houden de huidige regelingen in, wat verandert er de komende jaren en wat betekent dit voor de praktijk? In deze publicatie duiken wij dieper in op deze vragen.
De huidige bovenwettelijke uitkeringen
Gezien de aanstaande veranderingen in de aanvullende en na-wettelijke uitkering is het van belang kort stil te staan bij de huidige vorm van deze regelingen.
De aanvullende uitkering
Volgens artikel 10.1 van de genoemde cao’s heeft een oud-medewerker recht op een aanvullende uitkering wanneer:
- het dienstverband na minimaal 24 maanden wordt beëindigd wegens disfunctioneren, of
- het dienstverband is beëindigd wegens bedrijfseconomische redenen en het Van werk naar werk-traject is doorlopen.
Deze uitkering geldt als aanvulling op de werkloosheidsuitkering en wordt verstrekt aan oud-medewerkers die aan bovenstaande voorwaarden voldoen. Voor een correcte uitbetaling is het van belang dat de oud-medewerker alle benodigde gegevens aanlevert.
De na-wettelijke uitkering
Een medewerker die recht heeft op een aanvullende uitkering, komt volgens artikel 10.5 van de cao’s ook in aanmerking voor een na-wettelijke uitkering. Deze uitkering fungeert als een extra financiële ondersteuning, waardoor de uitkeringsduur voor de medewerker langer is dan de reguliere werkloosheidsuitkering.
De medewerker heeft recht op de na-wettelijke uitkering als hij aansluitend op de werkloosheidsuitkering nog steeds werkloos is en alle gegevens doorgeeft die nodig zijn voor een correcte uitbetaling. Bij beëindiging wegens disfunctioneren geldt als extra voorwaarde dat de reden voor het ontslag binnen de werksfeer ligt.
Wat gaat er per 1 januari 2026 veranderen?
Vanaf 1 januari 2026 blijft alleen de aanvullende uitkering bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen bestaan. De aanvullende uitkering bij ontslag wegens disfunctioneren wordt geschrapt. In het verlengde daarvan is het na die datum ook niet meer mogelijk om aansluitend op de aanvullende uitkering een na-wettelijke uitkering te ontvangen bij ontslag wegens disfunctioneren.
In de cao’s is een overgangsbepaling opgenomen om te waarborgen dat medewerkers die onder de bestaande regelingen vallen niet worden benadeeld door deze wijziging. Volgens het nieuwe artikel 10.1, lid 2, van de cao’s hebben oud-medewerkers recht op de aanvullende en eventuele na-wettelijke uitkering, mits hun arbeidsovereenkomst vóór 1 januari 2026 is beëindigd en zij op dat moment minimaal 24 maanden bij de werkgever in dienst zijn geweest. De oud-medewerkers die in december 2025 al een aanvullende uitkering ontvangen behouden deze en zij kunnen ook nog aanspraak maken op de eventuele na-wettelijke uitkering.
Wat verandert er per 1 januari 2028?
Per 1 januari 2028 wordt de na-wettelijke uitkering verder beperkt tot medewerkers die op die datum 55 jaar of ouder zijn. Werknemers jonger dan 55 jaar die in december 2027 al een na-wettelijke uitkering ontvangen, behouden deze tot het einde van de uitkeringsduur. Ook zij die op dat moment een aanvullende uitkering ontvangen, behouden nog het recht op een na-wettelijke uitkering. Voor alle anderen verdwijnt de regeling volledig.
Wat betekent de afschaffing van bovenwettelijke uitkeringen voor de huidige praktijk?
Voor HR-adviseurs, leidinggevenden en arbeidsjuristen betekent deze wijziging dat het vangnet bij ontslag wegens disfunctioneren wezenlijk verandert: vanaf 1 januari 2026 bestaat het recht op een aanvullende en na-wettelijke uitkering niet langer voor nieuwe gevallen. In de praktijk vraagt dit om extra alertheid op de tijdlijn van ontslagprocedures én om duidelijke communicatie richting medewerkers. Bestaande casussen waarin de arbeidsovereenkomst vóór januari 2026 wordt beëindigd én aan de overige voorwaarden is voldaan (o.a. minimaal 24 maanden in dienst), vallen onder het overgangsrecht; dossiers waarin na die datum het dienstverband eindigt vanwege disfunctioneren krijgen geen extra inkomensbescherming boven op de werkloosheidsuitkering.
Conclusie
Waar de huidige regeling van de cao’s Gemeenten en SGO nog voorzien in inkomensbescherming bovenop en na de werkloosheidsuitkering bij ontslag wegens disfunctioneren, komt deze bescherming vanaf 2026 voor nieuwe gevallen volledig te vervallen.
Ons advies is om informatie over de aanstaande wijzigingen in het regime van bovenwettelijke uitkeringen goed te volgen. Daarmee zorgt u ervoor dat u goed geïnformeerd bent en correct handelt bij beslissingen die effect krijgen vanaf 2026. Waar nodig is het verstandig werknemers die geraakt zullen worden door deze verandering tijdig te informeren. Lopende trajecten en toekomstige ontslagprocedures moeten goed worden getoetst aan de ingangsdatum van deze wijzigingen. Bij ontslagdossiers die zich rond de jaarwisseling voltrekken, is zorgvuldige timing en documentatie essentieel om rechten en verplichtingen goed vast te leggen. Zo ben je als HR-adviseur of arbeidsjurist goed voorbereid op de veranderingen die per januari 2026 en 2028 van kracht worden.
Heeft u vragen of wilt u advies over een concrete situatie? Neem gerust contact op met Vijverberg Advocaten & Adviseurs. Wij denken graag met u mee.
Ontvang onze publicaties
Volg ons op social media
Ontvang ons cursusaanbod
Volg ons op social media
Gerelateerde publicaties
Eerdere publicaties
Latere publicaties
Geen latere publicaties beschikbaar.