Geen vakantieopbouw bij slapend dienstverband: minister houdt vast aan huidige wet

Onlangs schreven wij een publicatie over vakantieopbouw bij een slapend dienstverband. Inmiddels zijn Kamervragen gesteld aan en beantwoord door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Kort gezegd: de minister van SZW vindt dat de Nederlandse wet, die vakantieopbouw koppelt aan het recht op loon, niet in strijd is met het Europese recht. Een wetswijziging komt er daarom nu niet. 

Wat speelde er?

Op 12 augustus 2025 oordeelt de kantonrechter dat een werknemer met een slapend dienstverband ook na het einde van de loondoorbetalingsverplichting wettelijke vakantiedagen blijft opbouwen. De kantonrechter baseert zich op Europees recht en laat de koppeling met loon (zoals opgenomen in artikel 7:634 BW) buiten toepassing. 

Wat zegt de minister?

Op 14 oktober 2025 beantwoordt de minister van SZW vragen van Kamerlid Patijn (GL-PvdA). Volgens de minister botst de koppeling van vakantieopbouw aan het recht op loon (art. 7:634 BW) niet met Europees recht. De Europese richtlijn beoogt herstelrust bij (of gekoppeld aan) arbeid. Ook noemt de minister dat arresten van het Europese Hof van Justitie met name gaan over het benutten en niet laten vervallen van opgebouwde vakantiedagen. Daaruit leidt zij niet af dat werknemers met een slapend dienstverband na afloop van de loondoorbetalingsperiode vakantiedagen blijven opbouwen. De minister ziet dan ook geen noodzaak tot wijziging van de Nederlandse wetgeving.

Hoe nu verder?

Voor nu bestaan er twee lijnen: de redenering van de kantonrechter in deze zaak en het standpunt van het kabinet. Het is afwachten of hogere rechterlijke instanties de lijn van de kantonrechter bevestigen. Heeft u een dossier met een slapend dienstverband? Wij adviseren u graag over de beste aanpak. Neem vrijblijvend contact met ons op.