Opvragen documenten op grond van de Wob en misbruik van recht

Als stukken op grond van de Wob worden opgevraagd, waarbij de verzoeker de informatie mogelijk ook in het kader van een andere procedure wil gebruiken, betekent dat niet dat er geen sprake is van een Wob-verzoek of dat misbruik van recht wordt gemaakt.

Op 29 januari 2020 doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) uitspraak in een zaak (ECLI:NL:RVS:2020:265) waarin door een verzekeringsmaatschappij een Wob-verzoek was ingediend bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De verzekeringsmaatschappij wenst openbaarmaking van informatie over de inspectie bij een tandartspraktijk. Er is mogelijk sprake van afwijkend declaratiegedrag en de verzekeringsmaatschappij kan deze informatie wellicht gebruiken in een civiele procedure. De Afdeling oordeelt dat niet is gebleken dat de verzekeringsmaatschappij met haar Wob-verzoek geen openbaarmaking voor een ieder heeft beoogd en dat evenmin is gebleken dat het verzoek zonder redelijk doel is gedaan. Dat een verzoeker de Wob gebruikt om informatie te verkrijgen die hij in een andere procedure wil gebruiken, maar in die procedure niet zonder meer kan verkrijgen, maakt niet dat sprake is van misbruik, aldus de Afdeling.

In de uitspraak van de Afdeling van 4 maart 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:668) gaat het om een Wob-verzoek dat betrekking heeft op informatie over subsidie. Het bestuursorgaan weigert dit verzoek in behandeling te nemen, omdat het doel van het verzoek niet openbaarmaking aan een ieder zou zijn, maar het de verzoeker te doen is om stukken die in een andere procedure kunnen worden gebruikt. De Afdeling overweegt dat verzoeker steeds heeft benadrukt dat het haar om openbaarmaking voor een ieder te doen is en een verband met de civielrechtelijke procedure ontkent. De omstandigheid dat de verzoeker de gevraagde informatie mogelijk ook in het kader van de civielrechtelijke procedure zou kunnen gebruiken, is volgens de Afdeling niet bepalend voor het antwoord op de vraag of sprake is van een Wob-verzoek.

Uit de genoemde uitspraken van de Afdeling blijkt dat slechts onder bijzondere omstandigheden een verzoek om informatie met het oog op een andere procedure misbruik kan opleveren. Het enkele feit dat een verzoeker deze informatie mogelijk ook in een andere procedure kan of wil gebruiken, is onvoldoende om aan te nemen dat de Wob voor een ander doel wordt gebruikt dan waarvoor die is bestemd en er om die reden sprake is van misbruik van recht.

Meer weten over dit onderwerp?
Volg de cursus Wet openbaarheid van bestuur en Wet open overheid