Mandaat, delegatie en volmacht

Dagelijks nemen bestuursorganen allerlei besluiten op grond van wettelijke bepalingen. Het bestuursorgaan hoeft de bevoegdheden niet zelf uit te oefenen, maar kan deze overdragen (delegatie) of mandateren. Het voorkomen van overbelasting van het bestuursorgaan of het versnellen van besluitvormingsprocedures kunnen redenen zijn bevoegdheden te delegeren of mandateren.

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat in titel 10.1 het kader voor de verdeling van bevoegdheden via delegatie en mandaat: welke bevoegdheden mogen bij ambtenaren worden neergelegd, welke bij niet-ondergeschikten van het bestuursorgaan. In artikel 3:61 Burgerlijk Wetboek (BW) zijn de voorwaarden waaronder een volmacht verleend kan worden geregeld. Via de schakelbepaling van artikel 3:79 BW is artikel 3:61 BW ook van toepassing op een bestuursorgaan. Wat heeft het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan dan nog te zeggen? Bij het werken binnen en voor een overheidsorgaan blijft altijd de vraag: wie is bevoegd en wat is de reikwijdte van die bevoegdheid? Die vraag lijkt eenvoudig te beantwoorden, maar ligt vaak lastiger dan gedacht.

Delegatie

Als een bestuursorgaan zijn bevoegdheid om bepaalde besluiten te nemen overdraagt aan een ander bestuursorgaan, is sprake van delegatie. Een bestuursorgaan kan een bevoegdheid alleen delegeren als de wet dit toestaat. Het bestuursorgaan dat een bevoegdheid via delegatie overdraagt, kan deze bevoegdheid zelf niet meer uitoefenen. Het bestuursorgaan dat de bevoegdheid overgedragen heeft gekregen, oefent deze bevoegdheid uit op eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid. Hij is voor die uitoefening dan ook zelf juridisch verantwoordelijk en daarmee ook de verwerende partij in bezwaar of beroep tegen een besluit dat op basis van de gedelegeerde bevoegdheid is genomen.

Mandaat

Naast delegatie bestaat ook de mogelijkheid om namens (in naam van) een bestuursorgaan een besluit te nemen. Er is dan sprake van mandaat. Kenmerkend voor mandaat is dat het bestuursorgaan dat mandaat verleent zelf de verantwoordelijkheid en zeggenschap behoudt. Hieruit volgt dat het besluit dat is genomen onder mandaat geldt als een besluit van het bestuursorgaan dat de bevoegdheid heeft gemandateerd. Omdat geen overdracht van bevoegdheden plaatsvindt, blijft de mandaatgever zelf ook gerechtigd om de bevoegdheid uit te oefenen.

Volmacht en machtiging

Onder volmacht wordt verstaan de bevoegdheid tot het verrichten van privaatrechtelijke handelingen uit naam van degene die de volmacht heeft verleend. Hieruit volgt dat de overeenkomst die is gesloten op basis van een volmacht moet worden beschouwd als een overeenkomsten dat namens het publiekrechtelijke lichaam is gesloten. Omdat geen overdracht van bevoegdheden plaatsvindt, blijft de volmachtgever eveneens gerechtigd om privaatrechtelijke handelingen te verrichten.
Als je een feitelijke handeling verricht namens het bestuursorgaan, dan noem je dat een machtiging. De Algemene wet bestuursrecht spreekt over handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke handeling zijn. Een voorbeeld is het voeren van verweer namens het bestuursorgaan in een gerechtelijke procedure.

Voor volmacht en machtiging gelden dezelfde regels als voor mandaat. Dit blijkt uit artikel 10:12 Awb dat de bepalingen over mandaat van overeenkomstige toepassing verklaart op het verlenen van een volmacht of een machtiging. In artikel 10:21 Awb is vastgelegd dat de bepalingen over delegatie van overeenkomstige toepassing zijn indien een bestuursorgaan zijn bevoegdheid tot het verrichten van andere handelingen dan besluiten overdraagt aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent.

Mandaat en delegatie in gemeenschappelijke regelingen

Decentrale overheden in Nederland werken op allerlei terreinen met elkaar samen in gemeenschappelijke regelingen. Op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen en afhankelijk van het soort gemeenschappelijke regeling kunnen aan het bestuur bevoegdheden worden overgedragen (gedelegeerd) en/of gemandateerd. Dat kunnen alleen bevoegdheden zijn die aansluiten bij het doel waarvoor de gemeenschappelijke regeling is opgericht. Bij het opzetten en uitvoeren van zo'n samenwerkingsverband rijzen in de praktijk allerlei vragen over de taak- en bevoegdheidsverdeling. Zoals wie een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur moet afhandelen: het betreffende bestuursorgaan van de gemeenschappelijke regeling of van de deelnemer die het betreft? Mag de gemeenschappelijke regeling namens de deelnemers klachten of bezwaarschriften afhandelen?

Mandaat- en delegatiebesluiten

Als bevoegdheden worden gedelegeerd of de uitoefening daarvan via mandaat namens het bevoegd gezag mag plaatsvinden, dan dient dit in een vastgesteld mandaat- en delegatiebesluit te zijn vastgelegd. Dit besluit dient voor de burger toegankelijk te zijn en moet bekend gemaakt worden zodat kan worden nagegaan of een besluit is genomen door een daartoe bevoegde functionaris. Voordat een mandaat- en delegatiebesluit wordt vastgesteld, moet worden nagegaan of de betreffende bevoegdheden gedelegeerd of gemandateerd mogen worden. Voor delegatie is een wettelijke grondslag vereist, de aard van een bevoegdheid kan zich tegen mandaat verzetten. De randvoorwaarden waaronder delegatie en mandaat plaatsvindt, moeten duidelijk zijn en niet in strijd met de rechtszekerheid. In een mandaat- en delegatiebesluit van een organisatie, worden vaak ook de volmachten en machtigingen meegenomen.

Risico’s onbevoegd genomen besluiten

Als een bevoegdheid niet op een juiste wijze is overgedragen of namens het bestuursorgaan wordt uitgeoefend door een medewerker die daartoe niet is gemandateerd, kan dat vervelende gevolgen hebben. Bijvoorbeeld: een medewerker verkeert in de onterechte veronderstelling dat hij bevoegd was om een bepaald besluit te nemen dan wel een bepaalde rechtshandeling te verrichten. Welk effect heeft het onbevoegd nemen van een besluit dan wel het onbevoegd verrichten van een rechtshandeling? Kan de andere partij het besluit ongegrond (laten) verklaren of de rechtshandeling (laten) vernietigen? Of wordt deze andere partij door de wet in bescherming genomen?

Een belanghebbende kan bij een onbevoegd genomen besluit in bezwaar of beroep vernietiging van het besluit vragen. Het bestuursorgaan kan in een beslissing op bezwaar een bevoegdheidsgebrek repareren en een rechter kan de rechtsgevolgen van een onbevoegd genomen besluit in stand laten of het bestuursorgaan opdragen het gebrek alsnog te herstellen. Maar dat vindt alleen plaats als de belanghebbende daardoor niet in zijn of haar belangen wordt geschaad en gaat meestal gepaard met een proceskostenveroordeling.

Zowel de Awb als het BW bevatten bepalingen waarmee de andere partij tot op zekere hoogte beschermd wordt. In de jurisprudentie zijn deze zogenaamde beschermingsbepalingen nader uitgewerkt.

Cursussen mandaat en delegatie

Vijverberg verzorgt ook cursussen over mandaat en delegatie. Kijk hier voor het cursusaanbod op het terrein van het algemeen bestuursrecht.

Ondersteuning Vijverberg

Wilt u een mandaatbesluit laten opstellen, vraagt u zich af welke gevolgen de keuze voor delegatie of mandaat heeft voor een gemeenschappelijke regeling of heeft u andere vragen over mandaat, delegatie, volmacht of machtiging? Onze advocaten en adviseurs helpen u graag. Neem contact op met onze specialisten: 079-3631919 of mail ons.

Advies nodig?

Bel ons: 079-3631919 of stuur een mail. Wij helpen u graag.

Ontvang ons cursusaanbod

Volg ons op social media

Gerelateerde referentieprojecten

Mandaat beschermd wonen

Mandaat beschermd wonen

Enkele gemeenten werken samen op het gebied van beschermd wonen. Medewerkers van één van de gemeenten krijgen het mandaat om bepaalde bevoegdheden op het gebied van beschermd wonen voor de colleges van de andere gemeenten…

Ontvang onze publicaties

Volg ons op social media