Ontslag

Een provincie voert een compleet organisatieveranderingsproces door, waarbij de gehele structuur verandert en nagenoeg alle medewerkers overgeplaatst worden.

Vanwege de complexiteit van dit proces vraagt de ambtelijke top om een strategische sparringpartner voor de opdoemende medezeggenschapsvragen in het overleg met de vakorganisaties en ondernemingsraad. Een van de partners van Vijverberg neemt die rol op zich, waarbij hij tevens als adviseur van de projectmanager en in de werkgroep Personeel optreedt bij alle mogelijke juridische vraagstukken, zoals onder meer bij de botsing van het proces en de eigen geldende regelgeving, die geschreven is met het oog op andere, kleinschaliger organisatieveranderingen en de aanwijzing van herplaatsingskandidaten in een situatie dat in de toekomst sprake is van een krimpende formatie.

Rond een nieuw aangestelde ambtenaar ontstaan geruchten dat hij bij een vorige werkgever zou zijn ontslagen. Vijverberg doet onderzoek naar de feiten en stelt vast dat de medewerker niet alleen bij zijn vorige werkgever maar ook bij andere werkgevers betrokken is geweest bij fraude voor een bedrag van bijna een half miljoen.

Vertrouwelijk worden de achterliggende feiten verzameld en de modus operandi van de medewerker blijkt overal gelijk. Er wordt frauduleus samengewerkt met bouwbedrijven en aannemers. De medewerker blijkt ook een langdurige gevangenisstraf te hebben uitgezeten, maar heeft al die feiten verzwegen bij indiensttreding in een gelijksoortige functie. De werkgever besluit de medewerker direct ontslag aan te zeggen. Vijverberg begeleidt ook dat traject.

Een hoofd financiën onderhoudt een niet-zakelijke verhouding met een leverancier. Een recherchebureau doet uitgebreid onderzoek en hoort de betrokkenen. Vijverberg voert een second opinion uit en stelt vast dat verklaringen van medewerkers tegenstrijdig zijn.

De adviseur van Vijverberg doet aanvullend onderzoek, brengt ontbrekende stukken op tafel en vraagt enkele medewerkers opnieuw verklaringen af te leggen. Deze aanvullende feiten leveren samen met het rapport van het recherchebureau het onomstotelijke bewijs op dat het hoofd financiën niet zuiver op de graat is. Er volgt ontslag dat tot en met de Centrale Raad van Beroep stand houdt.